HERBERG(EN)
Is het mijn ouder wordende mens of een tijd-(d)ing?
Als ik naar mijn zielsenergie ga, tref ik daar een rimpelloze vijver aan, een onbeschreven blad, een schone lei. Alsof de fabrieksinstellingen weer opnieuw ingesteld zijn. En alsof er een uittocht heeft plaatsgevonden van verhalen en vermeende boosdoeners. Geen krasje op mijn ziel! Het is vol en leeg tegelijk. (Ja, ja, dan zou je kunnen concluderen dat ik volledig ben en dat zou een enorme opsteker zijn).
 

 

Maar ik voel als persoon hele andere dingen! De bodem onder dat weldadige Zijn lijkt één grote beurse plek. En daar borrelt van alles uit omhoog. Fijngevoelige emoties zonder plot buitelen over elkaar heen. Wil de heelheid nog een inhaalslag maken in het donkere, droeve?

 

Ik laat het er zijn. (Een pakket aan (spirituele) maatregelen zou toch niet meer helpen). Het gaat om balans houden. Alles verwelkomen in het hier en nu dat zich steeds verder uitstrekt. Mijn adem is mijn gids. Niet dat het makkelijk is. Zei Rumi niet dat het menszijn een soort herberg is, met elke dag weer nieuw bezoek? Pfoe!
 
In het kader van zelfzorg en inspiratie liggen Martine en ik ‘s avonds in een warm, krachtplek-kerkje met 100 andere mensen te ademen. Het is een Breathing Concert. We worden ondersteund door live muziek van klanksjamanen.
Zodra de piano begint te spelen voelt het alsof de klanken uit mij voortkomen. Even later, wanneer de zingende sjamaan met trommel langsloopt, weet ik precies wanneer de trommel haar ‘overneemt’ en zij één worden. De schone lei is in functie getreden.
 
Ik kan het allemaal herbergen.
 
Artist: Illustoryart

 

Seven breaths of life

♡ Voel jij je geroepen om de diepte op te zoeken?♡ Verlang je ernaar nog meer vanuit je innerlijke wereld te (be)leven?♡ Wil je, samen met anderen, op reis♡ Ben je bereid om je werkelijke plek op aarde in te nemen?

Vanaf 7 november gaan we 7 dinsdagavonden bijeenkomen. We groeien opnieuw samen op, gaan echt rechtop staan en lopen steeds verder in het landschap van onze ziel. We doen dit samen als collectief veld. De ontwikkeling van bewustzijn gaat via de groep. De andere leden bekrachtigen jouw proces en jij hebt ook jouw unieke bijdrage aan het veld. Elke avond heeft een ademreis, verdiepende technieken en nieuwe ervaringen.

 

Wie zijn wij?

Wij hebben elkaar ontmoet op de ademcoachopleiding ‘The Wounded Healer’ van Lars Faber. Tijdens een oefening, waarin wij naar elkaar toe moesten lopen, bracht elke stap een nog diepere herkenning en verbinding. Daarna was ons zalige lot bezegeld. Al snel zijn we begonnen met het geven van ademcirkels. Die hebben een zeer eigen sfeer en trillingsfrequentie.

Martine is naast ademcoach ook kundalini facilitator en reiki master. Ze is zó goed in vrouwelijke energieën. Vanuit zachtheid neemt ze je mee op reis naar binnen om daar vanuit een veilige bedding jouw innerlijk vuur tot leven te wekken en jouw eigen shakti te ervaren. De geheime kracht die je bewustzijn ontwikkelt en de deuren naar je ziel opent.

Willeke is eveneens ademcoach, daarnaast hypno- en regressietherapeut en heeft een praktijk in zielsbewustzijn. Ze stemt zich van nature af op jouw zielsenergie en laat je ervaren wie je écht bent, vaak anders dan verwacht. Graag loopt ze voorbij het voorstelbare, stapje voor stapje de nieuwe werkelijkheid in en roept dan: ‘komen jullie al?!’

Waar: Yoga studio Puur Balans in Lemmer

Data: - 7 november 2023 - 21 november 2023 - 5 december 2023 - 19 december 2023 - 16 januari 2024 - 30 januari 2024 - 13 februari 2024

Tijd: 19.00 - 22.00 uur

Investering: € 500,00 (een betalingsregeling is mogelijk) Maximaal 12 deelnemers

Spreekt bovenstaande informatie je aan, stuur dan een berichtje of neem contact met mij op: 06-20157137

Artist: unknown

 

 
 
INNERLIJK KIND
Als jong kind voelde ik mij heel vrij. Mijn moeder vond het griezelig dat ik zomaar bij willekeurige mensen in de straat aanklopte om gezellig naar binnen te gaan.
Ook speelde ik dolgraag riddertje met de jongetjes op het schoolplein. Zodra de juf in de buurt kwam, stopte ik daarmee en liep dan, zo lang als nodig, meisjesachtig rond.
Op de kleuter-schoolfoto sta ik knorrig met een penseel in de rechterhand. Woest was ik (ik ben namelijk linkshandig).
Nadat ik voor het eerst schoolmelk had gedronken, riep ik luidkeels alle namen van mijn klasgenootjes met de handen tegen mijn oren (ik wilde kort daarna geen druppel melk meer en ben nu de enige uit mijn gezin zonder lactose-intolerantie).
Volgens Michael Brown (van het prachtige boek ‘the presence process’) ontwikkelen wij ons emotioneel tot een jaar of zeven. Daarna herhalen we elke zeven jaar deze emotionele cyclus waarvan we een imprint hebben in ons lichaam. De mentale en fysieke ontwikkeling, die we daarna doormaken, helpt daar bepaald niet bij. We krijgen beschermingsmechanismen die bij het minste of geringste het voortouw nemen, de emoties achterlatend. De lading van al die onverwerkte en weggestopte gevoelens kleurt ons leven.
Zo lijken we volwassen.
 
Vanaf mijn zevende jaar werd het allemaal anders. Ik kreeg een enorme boost in het mentale om hele moeilijke ervaringen definitief weg te kunnen stoppen. Elk jaar stond op mijn rapport dat ik nummer één van de klas was. Mijn hoofd kwam zo ver mogelijk van mijn lichaam af te staan.
Een verdrietig, ooit vrij meisje heeft jarenlang in afzondering geleefd. Dankzij innerlijk kind werk ken ik haar weer. Zíj is niet zielig, ik was dat. Want een stuk van mezelf kon ik jarenlang niet (be)leven.
Onze ervaringscyclus ‘Seven breaths of life’ start met innerlijk kind werk. We scheppen een warme en veilige plek voor je om contact te maken met je innerlijke kind. De ademreis gaat deze verbinding verder verdiepen. Zo magisch als (innerlijke) kinderen de werkelijkheid ervaren, zo magisch kunnen ademreizen zijn. Je krijgt wat er nodig is én wat je aankunt.
Interesse? Kijk naar onze aankondiging van ‘Seven breaths of life’.
 
Artist: Verena Wild

 

 

 

Working title: Seven breaths of life

Er vlijt zich een rode draad onder onze breathwork events. Vaak staat er al een bewustzijnsveld te wachten dat de ademers naar een bepaalde trilling loodst: ieder voor zich én de ander. De draagkracht van de ademer wordt daardoor vergroot. Tegelijkertijd onstaat er een veld dat de wereld beter maakt. Dat is zo prachtig!

 

Het doet ons (Martine @breatheintoyourheart en ik) verlangen naar meer. “Zullen we dit, zullen we dat?", zeiden we nogal eens tegen elkaar. Totdat de contouren zich vanzelf aandienden.

We starten in november met  een vaste groep mensen die  zeven avonden bij elkaar gaan komen ( het heilige getal zeven staat voor rust, voltooiing en overgaan naar een hoger niveau).

 

En de ‘working title’ is:

Seven breaths of life

Childhood, Adulthood, Soulhood

(Breathe your healed past into the now and future)



Artist: Cora Spierts

 

 

WISDOM OF THE CRONE (oud en wijs genoeg)

Tijdens een retraite voor vrouwen begin ik het pas goed te beseffen. Wanneer je boven de zestig bent, komen er nieuwe kwaliteiten in het leven. De butsen voelen wat minder beurs. De platgetreden paden van oeroude beschermingsmechanismen herken je bij de eerste stap. En al je niet-leuke zelven hoeven niet perse weggepoetst te worden voor de omgeving.

Dat is prachtig! Moeilijker is het om toe te laten dat het innerlijk landschap steeds beter aan de buitenkant waar te nemen is. Het ongepolijste wordt zichtbaar in rimpels, vlekjes en vormveranderingen. Gelukkig helpt de acceptatie van alles wat ik ben om dat grotere geheel te omarmen.

Dat klinkt natuurlijk heel mooi, maar in het alledaagse schrik ik regelmatig van mijn eigen spiegelbeeld. In mijn hoofd zit blijkbaar een gladgestreken versie van me. Toch geeft de aanblik van de ouder wordende vrouw mij ook voldoening. Ik houd van haar, steeds meer. Tijd is de leermeester van de zelfliefde.De eigenwijsheid neemt toe, de heelheid wordt je medestander, je innerlijke woning barst uit zijn voegen. Al dat moois wil naar buiten!

Tijdens een onderonsje in de retraite onderzoek ik een buts, die even oprispt maar net zo snel wegtrekt. Ik voel de vreugde komen en begin te dansen. Overgave en extase voegen zich bij me. ‘Trek alles uit’, suggereert één van de vrouwen om mij heen. In twee tellen sta ik naakt het leven te vieren. ‘Doe mee’, roep ik naar het jonge grut om mij heen. Eén vrouw wil eventueel dan wel haar topje uittrekken. Het stoort me niet. ’Laat oma maar dansen’, giechel ik. Ik voel me vrij, ik haal het leven in.

 

Artist: Atumn Skye Art

KOSMISCHE VERDUBBELAAR

Nadat ik het Kosmisch Uitzendbureau had geopend, liep de praktijk vol. Cliënten meldden zich en ik kreeg de kans om veel vaker te doen wat ik het liefst doe: afstemmen op het rijke zielsgebied, de ander daarin bekrachtigen, samen voorbij het voorstelbare reizen en de Nieuwe Aarde een beetje dichterbij brengen.

‘Je bent eigenlijk een verdubbelaar’, merkt een vriendin op. En ja, dat is wat er gebeurt. Want sluimert er ergens een zielskwaliteit, dan weet ik die op te duiken en met woorden naar het oppervlak te brengen. Dat zorgt voor een versterkte ervaring bij de cliënt. Twee weten (zien/horen/voelen) meer dan één!Hoe prachtig is dat!

Het verdubbelen van energiefrequenties kenmerkt de wereld van nu: in het schone en in het akelige. Ga maar eens vanuit innerlijke leegte scrollen door de sociale media. Je komt er zó treurig van terug. Maar het omgekeerde is ook het geval (en daar komt mijn stokpaardje aan galopperen). Als zielsbewustzijn zielsbewustzijn ontmoet, ontstaat er vanzelf de kosmische verdubbelaar.

De verstandelijke teugels kun je laten vieren. Alles blijkt weer louter multidimensionale energie te zijn waarin authentieke keuzes, lichthartige humor en compassie met onze persoon opbloeien. Het gebeurt in mijn sessies maar ook gewoon in het dagelijks leven.

Zet die kosmische verdubbelaar dus maar in!

 

foto: Colour

 

 

KOSMISCH UITZENDBUREAU

Nee, ik heb geen drukke praktijk. Dat hoeft ook niet. Maar wie bij mij past, vindt mij op den duur. Steeds vaker komen ze in mijn praktijk: vrouwen die een goede verbinding hebben met hun innerlijke wereld en hun zielsenergie. Er ontbreekt echter nog iets. En wat is dat dan? Alle stukjes van de levenspuzzel blijken aanwezig, een groot deel is al gelegd en spreekt tot de verbeelding. Maar tijdens de sessie gooien we alle stukken in de lucht en wonderbaarlijk vallen dan de deeltjes in het veel ruimere kosmische geheel(de).

 

Het is een diepe ervaring van ‘homecoming’. Je voelt je bestemming, je voelt je core business letterlijk in je wervelkolom, je voelt dat de vorm pas ontstaat als je zielskwaliteiten aangesproken worden. Voor minder doe (kan) je het niet meer. En de vorm is niet meer zo vormvast. Het is eerder een besef van wat er komen gaat.

Twintig jaar geleden (ik was toen docent hypnotherapie) vertelden vrouwen mij in trance dat hun toekomstige functie ‘earthkeeper’ was. Wij hadden geen idee wat dat nou precies inhield. Inmiddels zijn er veel vrouwen (en mannen) die zich elke ochtend afstemmen op de opgewaardeerde aarde. Dat is de aarde die de doorstart al heeft gemaakt en wacht op bezieling en bewoning. En daar horen ook nieuwe beroepen bij.

 

Zij komt in mijn praktijk. Haar multidimensionale energieveld is puur kosmisch. Bij zichzelf blijven is moeilijk. Alles en iedereen kan haar open, kristalheldere veld betreden. Gedurende de sessie komen we erachter dat zij een nieuwe functie vertegenwoordigt. We noemen het de cosmic spaceholder. Haar aanwezigheid is voldoende. Daarmee faciliteert, beschermt en voedt zij het hoogste goed van mensen en ideeën.

 

Een andere vrouw verdiept haar gronding in de sessie, stemt af op de nieuwe aarde en ontsteekt daarmee letterlijk een heilig vuur in haar energieveld. Wie passie voor iets voelt, kan door haar bekrachtigd worden.Zij heeft de functie van kosmische vuurmaker. Pas maar op, als jij bij haar in de buurt bent, ontvlam je!

En de werkgevers/opdrachten dan? Die komen vanzelf, gewoon goed opletten, bij je wervelkolom blijven en vertrouwen hebben. Maak dan ook maar een nieuw curriculum vitae;)

 

Jaren geleden wilde ik dit al. Nu is de tijd rijp:Feestelijk open ik het KOSMISCHE UITZENDBUREAU VOOR DE NIEUWE AARDE

 

Foto: asundermeier

 

LICHT-KRACHT

Voordat de cacao-ceremonie begint, hangt er al een veld in de ruimte met een behoorlijke dosis onvoorwaardelijke liefde. Het geeft een bijna engelachtige sfeer. De groep ademers bestaat uit mensen die een goed contact met hogere trillingen hebben.

Maar de ademreis is nog niet begonnen of een ongekend spektakel barst los. De een na de andere lichtmens wordt uitgedaagd om zijn of haar stem te verheffen: rauw, intens. De ruwe bolster van de blanke pit wordt verkend. Het veld zorgt ervoor dat het kan. Waren er velen vaak stilletjes op hun pad, nu hangt er een energie van ‘HIER BEN IK!!!’

Zij representeren de standvastigheid van het licht. Daar valt niet meer mee te spotten. Lichtkracht wordt geboren.

 

Artist: Leandro De Carvalho

 

HET LIED (DE LEAD) VAN DE ZIEL
Zijn ademreis begint al snel. Het lichaam ligt bewegingsloos, de mond ademt diep in en uit. Een gedachte komt in mij op. ‘Gaat hij een sterfervaring krijgen?’
 
Kort daarop begint hij een klank te zingen. Het is de A, de noot waarop elke musicus zich afstemt. Het blijkt de klank van zijn ziel te zijn. Zijn lichaam is de stemvork waarop de zielstoon aangeslagen is. De klank wordt minutenlang met onverminderde inzet gezongen. Hij is een koorzanger dus dat voelt vertrouwd aan.
 
Dan verliest hij de controle. Braakneigingen luiden de overgave aan de essentie in. Het is intens en duurt behoorlijk lang. De persoon wordt buiten spel gezet. De denkvorm wordt verdreven. Hij kan zich alleen nog maar overgeven aan zijn ziel.
 
De boodschap is duidelijk. Hoe griezelig het ook is, zijn ware ik eist de aandacht op. De t-splitsing is genomen.
 

 

SOLO

Nadat ik ja heb gezegd tegen het zingen van een solo (met drie andere koorleden) in de Elias van Mendelssohn weet ik het al. Dit gaat een heel intens proces worden met als motto:

Himmelhoch jauchzend zum Tode betrübt, glücklich allein ist die Seele die liebt’ (Goethe).

 

Waar te beginnen? De sergeant-majoor in me en de hoge druk leveraar beraden zich razendsnel. Ik begin de solo met twee maten in mijn eentje en wel met een behoorlijk hoge noot. Maar ik zing ook weer niet zo gemakkelijk hoog. Dus moet er geoefend worden! De stembanden moeten opgerekt, de spieren versoepeld. Er zijn een hoop nuttige cursussen op internet te vinden. Binnen korte tijd weet ik ineens veel meer over hoog zingen en breng ik het in de praktijk. Terwijl ik op de kat van zoonlief in Leiden pas, begint de exercitie. De smalle straat waarin hij woont is een klankkast. Elk geluidje wordt driedubbel versterkt. Lallende lieden zijn een mishandeling voor de slapende mens, een fluistergesprekje voor de deur lijkt op schreeuwen in het gehoororgaan. Dus voel ik mij niet bezwaard dat ik vroeg in de ochtend het bereik vergroot. “Zingt je moeder bij de opera?”, vragen de buren later aan mijn zoon.  :)

 

De hoogte neemt toe, het oefenen werpt zijn vruchten af. Maar dit is pas een beginnetje want waar het echt om draait is vertrouwen. Vertrouwen dat ik het kan en dat het goed zal gaan. En daar begint het werkelijke proces. Want na het ja zeggen is er al gelijk een gedachtestroom opgestart die er geen fiducie in heeft. Het zijn de worst case scenaristen. Ze tonen mij beelden  die niet rooskleurig zijn. Na de eerste keer repeteren in de kerk laten zij mij direct weten dat het uiteindelijk een sof zal worden (ten overstaan van al mijn dierbaren in de zaal).

Maar ik ken mijn pappenheimers. We hebben minimaal 60.000 gedachten per dag en daar zijn er twee à drie belangrijk van.

Ik ga mij verlaten op mijn ziel. Daar ben ik goed in!

 

Het hele griezelpad wordt afgelopen. Een paar dagen voor de uitvoering word ik ziek (koorts en verkouden). Een grote rust daalt over mij neer. Dit is het einde van de doodlopende steeg. Ik keer mij om en loop de ruimte in waar liefde is in plaats van angst. De rampspoed-schrijvers verstommen, er begint iets te stralen. 

En terwijl de zenuwen nog af en toe flink huishouden, begint mijn ziel zachte, bemoedigende woorden te fluisteren. Ik voel me zekerder en begin er naar uit te zien. Op het moment dat de dirigent mij nog non-verbaal een boost geeft, start mijn zielsoptreden. Ik ben in het hier en nu en zing met mijn hart open. 

 

Het was het allemaal waard.

 

 

 

KOSMISCHE KWALITEITEN TIJDENS EEN ADEMREIS

De ademreis is begonnen. De deelnemers moeten een kleine twintig minuten hard werken. De verbonden ademhaling druist tegen de natuur van het denken in. Er wordt namelijk naar overgave geademd. Het denken wil dit eigenlijk niet maar ruimt geleidelijk het veld. Daar komt de wijsheid van het lichaam voor in de plaats.

Sommige deelnemers ervaren eerst de verkrampingen die in hun lichaam opgeslagen liggen. De handen beginnen te lijken op die van lego poppetjes. Daar hoef je niets aan te doen, alleen erbij blijven is voldoende. Vaak is het slechts het begin van de reis. Er zullen nog vele gebieden aangedaan worden.

Een jonge vrouw begint zich steeds meer te ontspannen. De verkrampingen uit haar handen vloeien weg. Haar gezicht wordt zacht en open, haar ademhaling diep. Ze heft haar armen en begint haar vingers te bewegen. Minutieus bewegen de vingers. Ze ‘schrijft’ in de lucht. Ik voel de urgentie. En ik ken de taal. Ik ga naar haar toe en spreek haar toe in de (licht)taal die zij uitbeeldt (gelukkig is mijn controleur ook verzacht want die vindt hier iets van!). De kosmische informatiestroom breekt open. Zij is nu het kanaal voor energieën van zeer hoge frequenties. Haar bewegingen brengen die in onze werkelijkheid. Haar ziel heeft zich opgeworpen als ‘spokesman’ van hogere lagen.

Tijdens een ademreis maak je contact met dat wat diep verborgen is. Dat kunnen butsen, wonden en trauma’s zijn. Maar er kunnen ook transpersoonlijke lagen ontwaken. Dan gaat je bewustzijn ver buiten de grenzen van je lichaam en onze aarde. Dat kan enorme vreugde, vrede en schaterlachen opleveren. Kosmische kwaliteiten ontluiken. Het is allemaal veel lichter dan we denken.

 

Foto: Herbert

 

 

ROUW OP ADEMREIS

“Ik vind het heel spannend hoor”, zegt ze als ze binnenkomt. Dat is zo goed te begrijpen. Juist omdat je mind niet kan bepalen wat je gaat ervaren, spring je letterlijk en figuurlijk in het diepe tijdens een ademreis. Maar is het niet prachtig dat steeds meer mensen de roep van hun innerlijke wijsheid voelen die opgeslagen ligt in het lichaam?

Ze is in de rouw. Haar vader is overleden. Ze heeft zijn dode lichaam niet meer kunnen zien. Ze doolt in het landschap van verlies, geharnast door het verleden. Het is een barre tocht. “Ik heb een brok beton in me”. Voor de reis heb ik mij afgestemd op haar vader. Die is zo goed overgegaan! Violet licht straalt me tegemoet en ik voel zijn bevrijde hoofd. De denker is van zijn hoofdbrekens verlost.

Na een tijdje verbonden geademd te hebben, begint ze te reizen. Eerst is er verdriet. Elke keer daalt ze verder af in dit gebied. Het zijn wel zeven lagen. Dapper gaat ze het aan. De bodem wordt gevormd door boosheid. Dan komt er rust, diepe rust. Haar vader is aanwezig, het violette licht voegt zich bij haar. Haar ogen beginnen kleine ritmische bewegingen te maken. Zoiets heb ik nog nooit gezien! Het lijkt wel een combinatie van EMDR en herbedrading van haar brein. Als ze weer in het hier en nu is, zijn we beiden onder de indruk van de schoonheid van deze reis.

 

foto: Adam Derewecki

 

 
 
HART EN ADEM
Elke beweging naar binnen gaat op onderzoek uit, wandelt naar de essentie en verzacht verkrampingen.
Ik begin de dag zo graag met ademwerk omdat ik dan de hogere frequenties van mijn hart ervaar. Vaak roept dat verdriet op: persoonlijk verdriet en het verdriet van de wereld. Zoals vele anderen heb ik een directe verbinding met de Weltschmerz. Elke keer als ik dat toelaat heelt er iets. Dan ontstaat er vreugde voor het leven. Die blije zin zit niet vast aan vormen. Mijn mind zou dat dolgraag willen. Maar ja, het ongrijpbare kruipt onder onze materiële werkelijkheid, alle hoeken en gaten vullend. Die druk begint inmiddels zo groot te worden dat er van alles aan het afbrokkelen is. Het slijt onder de kracht van bewustzijn.
Martine en ik geven regelmatig ademcirkels in Lemmer. We starten eerst met een cacao ceremonie. Cacao is een hartopener van jewelste. Daarna maken we met een ademreis de beweging naar binnen. Voor onszelf en de wereld.
Voel je welkom!
 
Illustratie Ansley Alchemy
 

 

 

 

DE SCHONE LEI

Daar zit ik dan als tabula rasa (op de achterkant is het leitje wel helemaal volgeschreven). Na een grondige bestudering van het systeem ‘Human Design’ blijkt dat ik nogal eens op het verkeerde paard gewed heb. Mijn innerlijke drang tot vernieuwen werd vaak mentaal opgevat. Terwijl ik de onderbuik als bron van energie erbij had moeten betrekken. Je bent nooit te oud om te leren! Het verklaart ook veel over wat er uiteindelijk in de vorm terechtkwam en waarom projecten net zo gemakkelijk wegvloeiden, energieloos.

 

Dus zit ik hier pril te wezen, met nog een levendig leven voor me. En wat ga ik ermee doen? Nou is het nog niet zo gemakkelijk om te weten wat ik dan precies wil in de vorm. Dat de mensheid lichtgevend moet worden is zonneklaar. Daarnaast zou onze aarde zeer gebaat zijn bij het uitvegen van oude formules: een frisse start met een frisse frequentie.

 

Alles zou moeten lonken en schitteren. In plaats daarvan voelt het wat dof en leeg. Ook dit gebied is mij bekend. Voordat je het weet steekt er een deprimade op die alle onbeschreven blaadjes wegblaast, waarna het gebied echt helemaal leeg is. Dan gaapt de schone lei je aan. Daar wil ik liever niet in terecht komen.

Een vriend heeft wel eens verontwaardigd tegen mij gezegd: “jij bent kosmisch zo goed bedraad, je mag wel eens wat meer vertrouwen tonen!”

Hij slaat de spijker op zijn kop. Ik hang er dan ook gelijk het leitje maar mee op. En dan schrijf ik met koeienletters ‘IK BEN’ erop. De rest is bijzaak.

 

 

VAN KRACHTPATSER NAAR ZACHTPATSER

Die oorlogszuchtige jongens toch (zucht)! Ze smijten met hun (strijd)krachten, bezigen spierballentaal en kennen het verschil niet tussen mijn en dijn. Dit alles houdt hen in leven (anderen niet).Ik zou graag zo’n jongen naar zijn ziel brengen of een ademreis gunnen. Binnenin zit vast een zeer gekwetst, bangelijk en eenzaam kindje te wachten op onvoorwaardelijke liefde. Helaas is het contact daarmee verbroken: te gevaarlijk! Nee, dan liever het ego oppompen - meer, steeds meer- en een echte krachtpatser worden. Daar kun je mee thuiskomen in deze wereld.

Ik pleit voor zachtpatsers. Die zijn stevig (alhoewel gebutst) in contact met hart, ziel en lichaam. Dan worden harde vormen vloeiend, stroomt de liefde veelvuldig en raakt alles bezield. Daar kun je pas echt mee thuiskomen in deze (nieuwe) wereld.

 

 

 

ACH EN WEE

Bijna 40 jaar geleden zat ik als piepjonge aanstaande moeder te oefenen met bewust ademen: ijsklontjes in de handen en alhoewel dat steeds meer pijn ging doen, ademde ik rustig door (ik droom nog wel eens dat ik ga bevallen en word dan teleurgesteld wakker).

De adem is een ware leermeester. Met de eerste ademteug begint ons leven, met de laatste eindigt ons aardse bestaan. Onze adem verbindt ons met de werkelijkheid.
De adem is ook een verteller/vertaler. Zonder woorden rijgt hij ervaringen aaneen, stopt ze weg of geeft er uiting aan.
Als mensheid zuchten we inmiddels steeds meer onder de structuren van ons benepen verstand. We puffen onze essentie weg en houden de adem in als de angst te groot wordt.
Waarom zijn wij zó van onze oorsprong afgeraakt!

Met bewust ademen breek je door de grenzen van jouw materiële wereld en verbind je aarde en geest. Je maakt contact met je binnenwereld. Daar bevindt zich het ongepolijste universum, dat wacht op heling, creatie en verbinding.
In deze akelige tijd is dat meer dan ooit nodig. We dragen de pijn van de oude werkelijkheid in ons. De geboorte van het nieuwe is aanstaande.
Dus ga naar binnen, verhoog je trilling, voel de mogelijkheden en adem al het oude zeer van de wereld uit. Elke keer weer.
 
 

 

 

OPSTIJGEN
Jaren geleden droomde ik dat de wereld in chaos en oorlog verwikkeld was. Om deze toestand te verlaten, steeg ik letterlijk op maar ging niet dood. Die droom gaat over nu.

Wij worden elke ochtend in onze eigen werkelijkheid wakker, net als meneer Poetin en mijn buurvrouw. Het is verbazingwekkend dat de lappendeken die ons (ver)bindt er nog is. De gaten zijn erin gevallen, de naden laten los en de kleuren zien er verwassen uit. De wereld is toe aan een doorstart vanjewelste.

Terug naar de droom: met fysieke opstijgingen (lees: opvliegers) ben ik zeer bekend. Was ik vroeger een koukleum, de jaren in rijpere volwassenheid hebben dat glorieus omgekeerd. Ik loop synchroon met de opwarming van de aarde. Daarnaast is het een oefening in dualiteit (op de vierkante centimeter): koud-warm, koud-warm; dek(bed) op, dek af; tegen man aan, van man af. Het verzet ertegen liet ik snel varen. Ik baalde alleen af en toe als op een koude campingnacht de opvliegers uitbleven. Zo ontwikkelde ik een mooie houding ten aanzien van uitersten, die in het dagelijks leven net zo makkelijk weer verlaten werd (ik heb een wispelturige persoonlijkheid).

Tijdens een opleiding kregen wij ooit een oefening om een onderwerp, dat ons nauw aan het hart lag, fel te verdedigen. Ik pleitte voor de afschaffing van kinderarbeid, want wat een gruwel is dat. Daarna moesten wij hetzelfde onderwerp van de andere kant benaderen. Schoorvoetend begon ik een betoog vóór kinderarbeid. Tot mijn stomme verbazing kwamen er steeds meer argumenten in mij op ten gunste van het werken van kinderhandjes.

De voors en tegens zijn in onze wereld nog meer uit elkaar gedreven. De put is open gegaan. Dat is goed. Alles wordt zichtbaar. Door het groeiend bewustzijn van mensen kijken we plotsklaps anders naar dingen. (Om een raar voorbeeld te noemen: in mijn jeugd rookte de huisarts tijdens het consult, ondenkbaar nu).
Maar als we blijven hangen in strijd genereert dat geen nieuwe werkelijkheid want alleen vóór of tegen iets zijn heeft dezelfde trillingsfrequentie en dat schiet niet op. Dat is stilstand.

Dus hoe lopen we dóór? En nou komt het aan op de echte opstijging. We verhogen onze trillingsfrequentie, kijken of onze gedachten en gevoelens licht-producerend zijn en richten ons op het nieuwe dat buiten het voorstelbare gaat. Dan komen er andere ervaringen, andere waarnemingen en nieuwe verhalen. Daar zijn we aan toe. Ondertussen kun je ook gewoon mens blijven, met al je (on)aangename kanten. Wij hoeven geen heilige boontjes te worden!

Wil je weten wat jouw nieuwe verhaal is? Neem dan contact met mij op. Twee weten meer dan een!

 

 

 

ONDOORDACHT!

De afgelopen tijd bleek ik behoorlijk ‘quarantaine-proof’ te zijn. Dat er geen duidelijk toekomstperspectief was, gaf mij rust. Wat een heerlijkheid om het eens niet te weten (lees: te moeten)! Dat er een andere werkelijkheid ging komen, gaf mij levenslust (want was ik daar niet voor op aarde gekomen?). Bovendien kon ik het op de vierkante centimeter enorm naar mijn zin hebben (onze tuin van 100 meter voorkwam wel ophok-leed).

Al een tijdje lukte het niet echt meer om interesse op te brengen voor activiteiten die met sterven te maken hebben: niet voor mijn eigen activiteiten of die van anderen. Op sterven na dood noem je zoiets.
Wacht eens even, is dat niet de rode draad in mijn werkzaamheden?! Is hier een gevalletje van eigen schepen verbranden gaande? Een tijd geleden zou ik in zak en as hebben gezeten. Ik zet iets op en verlaat het. Wat een ondoordachte wispelturigheid!

Maar ik ken mezelf: als de aandacht verslapt wordt het tijd voor iets nieuws, ook al zou ik deels bij het oude willen blijven. En veel oude dingen lijken gestorven, in mij en in de wereld. Er kan nieuwigheid gaan stromen, zelfs als het woelige baren zijn.

Dus deed ik blijmoedig oefeningen om te onderzoeken wat er aan te komen zat, maar die verliepen steeds hetzelfde. Als ik met mijn toekomstige zelf contact maakte, vergrootte mijn energieveld zich enorm. Het veld werd ook een stuk lichter. Ik voelde me dan bijzonder kosmisch. Maar dat was het, einde oefening. Graag had ik meer informatie gekregen, het liefst ook zwart op wit. De controleur in mij vindt deze (voorlopige) uitkomst namelijk veel te zweverig: ‘een groter aura? Wat moet daar dan helemaal van komen! Hopelijk loopt het niet over naar mijn ego.’

Ooit zette ik een mysterieschool op. Twee jaar lang gaf ik studenten vakken als ‘trillingsfrequenties' en ‘kosmische dienstbaarheid’. Het was een heerlijke tijd vol experiment en plezier. We waren wel wat voorlijk(!) en sloten bepaald niet aan bij de tijdgeest.
Een paar jaar later wilde ik frequentiewerkgroepen gaan opzetten. Dat zijn groepen die afstemmen op hogere frequenties en vandaaruit een andere wereld vormgeven. Ze laten daarbij de 3D-wereld buiten beschouwing en houden zich alleen bezig met hoe die nieuwe werkelijkheid zal zijn. Maar daar was de tijd nog niet rijp voor, ikzelf trouwens ook niet.
En nu? Ga ik weer een sprong in het diepe wagen? Ik heb er wel veel zin in!

Altijd al verlangde ik naar wezenlijke veranderingen in de mens, die verder gaan dan het voorstelbare. Inmiddels ben ik goed verankerd (want daar schortte het destijds aan) en kan ik als ervaringsdeskundige er liederlijk over vertellen, handvatten geven, bekrachtigen en mijn ideale wereld zoetjesaan gestalte gaan geven. Het KAN, ik weet het, zonder dat ik het boeiende mens-zijn verlaat en een heilig boontje word.

Betekenissen die het woordenboek aan het woord ‘ondoordacht’ geeft zijn ‘lichtvaardig’ en ‘lichtzinnig’. En dat klopt helemaal! Wij hebben licht-vaardigheden en licht-zin nodig om verder te komen op deze prachtige aarde.

Ongetwijfeld komen hier nieuwe activiteiten uit voort. Ik houd je op de hoogte.

 

 

EINDBESTEMMING


Haar ademhaling wordt lichter. Om haar heen is verdriet en gezelligheid. Al haar kinderen zijn er en ik weet zeker dat zij hierop gewacht heeft. Het is ochtend. Mijn moeder is een ochtendmens. Het leek mij ook niks voor haar om in de nacht te vertrekken.

Ik voel hoe haar bewustzijn al ver buiten haar lichaam is. Van een melkachtig wit verandert haar energie plotseling in kristalhelder licht. Zij maakt aanstalten!
Kort daarna zucht zij haar aardse leven uit. Zij reist naar haar eindbestemming en zal opgevangen worden door vele dierbaren.

 

Lieve mama, je bent nu vrij en licht. Ga je eigen weg. Wij lopen door met jou in ons hart.

 

 

 

ONDERWEG


Mijn moeder was al halverwege haar bestemming, maar ruilt haar lichtdragerschap tijdelijk in voor het aardse. Als een kosmonaut keert zij na haar verkenning van de ruimte weer terug.

De afgelopen dagen dacht ik vaak dat zij de ochtend niet zou halen. Nu zit zij, tussen al het slapen door, iets meer rechtop in bed, eet een half boterhammetje en zwaait naar de (achter)kleinkinderen die haar groeten op whatsapp-filmpjes. En wij staan vol verbazing en diepe bewondering aan de zijlijn te kijken. Ook de huisarts kan er niet over uit. Mijn moeder heeft haar vertrek tot nader order uitgesteld.

Het noodzaakt ons tot een flexibele houding ten aanzien van leven en dood. En dat is minder gemakkelijk dan verwacht. Want de zorg en de zorgen gaan gewoon door. De ploegjesdiensten blijven draaien en de situatie is nog steeds precair.

De afgelopen week heb ik zitten breien aan mijn moeders bed. Het geeft haar structuur in de avond .“Hoe ver ben je nou?”, vraagt ze een paar keer op een avond. Ik was bezig met een kussenovertrek en breide gewoon rechttoe rechtaan. Het leek overeen te komen met het sterfproces van mijn moeder. Inmiddels kan ik wel drie kussens bekleden en overweeg ik om te gaan wildbreien. Daarmee kan ik haar verrassende en onverwachte (levens)pad versieren zolang zij er nog is.

 

 

 

VERTREK


“Ga ik dood?”, vraagt mijn moeder. “Ja, je gaat dood”, antwoord ik. Daarna babbelen we even over de grote hoeveelheid bekenden die haar in de hemel zullen opwachten. Zowel mijn moeder als vader komen uit kinderrijke roomse gezinnen en zij is de enige die nog leeft.

“Per slot van rekening ben ik 97 jaar geworden", zegt ze. Haar nuchterheid mengt zich met de overgave die nodig is om de reis aan te vangen. Ze glimlacht als ze weer even terugkeert uit de hogere lagen. “Ben je er nog?” Haar oogjes zijn jong geworden. Haar gezicht wordt klein en rimpelloos. Een vingerafdruk had zij al jaren niet meer. Zoetjesaan wordt alles gladgestreken zodat zij als een schone lei in haar nieuwe werkelijkheid geboren kan worden.

 

 

 

ZO BOVEN, ZO BENEDEN

Hij staat met grote ogen en een wit, strak snoetje bij de lift van het museum, een jongen van een jaar of negen. “We beginnen boven”, zegt zijn moeder“, anders gaat hij er zo tegenop zien want hij heeft hoogtevrees. Kun je hem vertellen hoe het boven is? Zijn de zalen dicht bij de glazen railing?”

“Och joh, wat rot voor je." Ik vertel hem dat de afstand best meevalt. Ondertussen pak ik zijn schoudertjes beet en grond ik hem stiekem. Want hoogtevrees ontstaat vaak als wij de diepte in onszelf niet durven voelen. Er is zelfs een kosmische wet die zegt: wie hoog reikt moet ook diep gaan. Denkbeeldig trek ik daarna het labeltje ‘hoogtevrees’ van zijn voorhoofd en praat ik losjes over de kanten in hem die het wél zullen durven. Want het is moeilijk om problemen op te lossen in het gebied waar de problemen zijn ontstaan.

Aan het eind van de dag tref ik hem aan bij de glazen balustrade op de zevende verdieping. “Wat ben jij een geweldige knul zeg!”, roep ik uit. Hij glimt van trots. “We waren al naar je op zoek om je te bedanken”, zegt de moeder. “Het is een doorbraak.” Naar waarheid zeg ik dat hij het helemaal zelf heeft gedaan. Ik kan een beetje ondersteunen maar deze stoere jongen doet het grote werk op eigen kracht. Hij oefent met zo boven, zo beneden.

 

 

 

LEVENSVUUR


Zij heeft figuurlijk vier jassen uitgedaan en nog slechts één zomerjackje aangetrokken. De bezoekjes in en uit het ziekenhuis hebben haar uitgeput. Haar draagkracht is zo flinterdun dat het letterlijk ‘living on the edge ‘ is. Zij is 97 jaar en het is de vraag of zij nog in staat is te herstellen.

Mijn moeder vertelt mij elke keer als ik langskom verontwaardigd: ‘ze begonnen over levensbeëindiging…maar dat wil ik helemaal niet!’ Al is haar korte termijn geheugen soms wat troebel, mijn moeder is helder genoeg om te weten wat zij wil.
Blijkbaar wordt stilzwijgend ervan uitgegaan dat iemand met zo’n hoge leeftijd wel klaar is met het leven. Omgekeerd wordt dan weer slecht begrepen dat jonge mensen er genoeg van kunnen hebben.

Vandaag ben ik bij haar. Ze ligt als een ziek kleutertje in een hoog bed in de kamer, haar hoofd net boven de dekens uit, haartjes in de war en de benen opgetrokken. Ze ziet er heel fragiel en broos uit. Als mijn zusje even in de keuken is zegt zij kordaat: ‘ik kan niet wachten tot dat bed weer uit de kamer is. Binnenkort doe ik um weg! ’

Met zoveel vuur blijft zij wellicht nog een tijdje op aarde of wordt zij straks gelanceerd - hoog de hemelse lagen in.

 

 

 

NATUURLIJK

Het museum gaat bijna open. Voor mij staat een jongetje dat bijna niet kan wachten totdat het 10 uur is. Hij staat te springen van enthousiasme. ‘Ruik eens’, zegt hij. ‘Ik heb speciaal een geurtje opgedaan’. Hij oogt gelukkig. Zijn moeder vertelt mij dat hij de dino’s enorm gemist heeft in het jaar dat Naturalis dicht was. Daarna gaan er nog honderden blije ogen de trappenberg op.

Als ik later op de dag rondloop in de zaal die over de dood gaat, zie ik iets wonderlijks gebeuren. Aan het begin van het labyrint, waarin dit thema verbeeld wordt, ligt een dood hert. Een witte streep suggereert dat het op de snelweg is aangereden. Sommige kinderen proberen te reconstrueren wat er gebeurd moet zijn.

Een meisje van een jaar of vier staat naar het hert te kijken. Ze neemt haar tijd en wacht. Ik zie aan de achterkant van haar lichaam dat er van binnenuit iets gebeurt. Haar hoofdje gaat wat schuin, haar schoudertjes trekken ietsje op, haar lijfje verzacht en haar energieveld opent zich. Ze loopt naar het hert, omhelst het en troost het met lieve woordjes.

Mijn hart springt open. Wat een prachtige reactie! Vele volwassenen proberen dit juist te omzeilen. Het meisje zoekt nabijheid waar anderen afstand nemen. Met haar handelingen geeft zij de dood een natuurlijk plek in haar nog prille leventje.

Later zie ik meer kinderen hetzelfde doen. Kinderen omarmen soms letterlijk hetgeen op hun pad komt. Daarin zijn zij groot(s).

 

 

 

 

HOOFDVOL


Alle ‘stekkertjes’ in de hersenpan lijken losgetrokken te zijn vanwege een overdosis aan nieuwigheid in mijn leven. Dat heb ik nota bene zelf gecreëerd. Ik woon in een andere stad, in een ander huis, heb een baan bij een vernieuwd museum (dat binnenkort opengaat) en ik bevind mij plots in een LAT met mijn lieve echtgenoot.

Soms is dit alles nog niet doorgedrongen: dan zit ik op de bank, kijk ik wat rond en denk ik: ‘ben ik dat die hier woont?!’ Soms is het nieuwe glorieus. Dan belt mijn kleindochter van bijna drie op om te vragen of ik mee ga naar het kinderboekenmuseum en dan kan ik zo maar op de fiets springen om een paar minuten later voor haar deur te staan.

 

Overal is op internet te vinden dat nieuwe ervaringen aangaan gelukkig maakt, energie geeft en het brein doet doorwaaien.
Blijkbaar heb ik, net als het museum, tijdelijk de deuren en ramen gesloten want ik vind het allemaal knap vermoeiend. De comfortzone ligt niet eens meer in mijn gezichtsveld. Er waait niks door, het is bovenin propvol!

Dus ben ik lief voor mezelf, héél lief. Dan loopt dat hoofd vanzelf weer leeg.
Bedrijfsmatig geef ik mezelf ook rust. Straks gaat het nieuwe ritme energie geven en dan kan ik Hemel en Aarde weer gaan bewegen. Tot die tijd laat ik het waaien...

 

 

 

 

MOEDERTJELIEF

Mijn moeder is aan de telefoon. Binnenkort wordt zij 97 jaar, maar zij klinkt als een meisje van 7. Soms huilt ze. De vrouw van haar zoon (mijn broer) heeft niet lang meer te leven. Het is niet te verkroppen dat zij nog leeft terwijl een veel jongere vrouw de aarde al gaat verlaten.
“Als ik um aan de telefoon heb moet ik alsmaar huilen”, zegt ze en daarom laat zij het. Haar draagkracht is flinterdun geworden. Zij woont nog zelfstandig maar wordt een groot gedeelte van de dag bijgestaan door mijn zusje. Dat voelt veilig aan.

Een tijdje geleden kwamen er neven en nichten uit België bij mijn moeder langs om het  enige nog levende zusje van hun moeder te interviewen over haar jeugd (er waren 9 meisjes en 1 jongen). Ze hoopten van haar nog wat extra informatie over het gezin en hun oma te krijgen. Ik heb in mijn jeugd een duidelijk beeld gekregen van mijn oma. Het was een pittige tante, soms met een grote mond en voor de duvel niet bang. De neven en nichten hoopten op leuke anekdotes. 
Ik gaf aanzetjes: " je moeder kwam toch met de mattenklopper naar boven als jullie 's avonds te veel lawaai maakten? Had ze bovendien niet eens een paar Duitsers voor de deur weggekéken (terwijl de zolder gevuld was met jongens die de Arbeitseinsatz probeerden te ontlopen)? En liet zij kleine Kees niet keer op keer huilen door alsmaar te hameren op het leed van onze lieve Heertje aan het kruis?

“Hoe kom je daar nou bij!”, riep mijn moeder bij elk voorbeeld, “nee hoor, oma was een schat.” Alle verhalen lossen direct op in de liefdevolle laag die zij om haar moeder heeft aangebracht. Ik probeer nog een en ander op te rakelen maar daar helpt geen moedertjelief aan. Tijd heelt wonden en doet wonderen.

“Mam, je moet hem wel bellen hoor, je bent nog steeds zijn moeder", zeg ik aan het einde van het telefoongesprek. Ik hoop daarmee het overgeërfde vuur in haar wakker te maken. Dat zal haar goed doen. Later hoor ik van mijn broer dat zij inderdaad gebeld heeft.

Huisjesjacht

Kosmische meewind roept nogal eens naïeve kanten in mij op (ik schreef in dit verband al eerder over een onnozel gansje).
Als een boekhouder heb ik de huursites in Leiden verkend. Sommige betaalde ik, andere niet. Een week lang keek ik een paar maal per dag naar mooie stulpjes. Ik begon kritisch. 'Nee hoor dat is te duur, dat is te dicht bij het centrum, dat is wel erg klein'. Leek het aardig, dan ging ik verheugd reageren. Al snel bleek dat de appartementjes reeds vóór mijn reactie weg waren…

Huh?! Na het bellen met een aantal makelaars plof ik in de realiteit. Op één adresje reageren direct honderden mensen. Daarvan worden de eerste 10 uitgenodigd voor een bezichtiging. Uiteindelijk beslist iemand van de makelaardij wie de gelukkige huurder wordt. Daar is niet echt een checklist voor dus gaat het min of meer op gevoel. En zó word je het lot uit de loterij. De medewerkers vertellen het alleraardigst maar de moed zakt mij in de schoenen en de wooneisen kelderen er achteraan.

Piekerend op de bank besef ik dat in het verhaal van de held altijd een dalletje voorkomt. Dat dal is het voelen van een enorm gebrek aan vertrouwen in de goede afloop. Slachtoffers, moedelozen, onhandelbaren en patjepeeërs verzamelen zich rap in de kuil, bijna net zo veel als dat er reageren op een woning. Ja, met deze meisjes is het kwaad kersen eten! Dus klauter ik uit het gat en doe ik waar ik goed in ben: banden smeden.

Warempel, daar krijg ik een uitnodiging voor een bezichtiging! Een minuutje later zie ik een uitnodiging voor een leuk appartement in Voorschoten. Of ik wil komen kijken. Ik bel uitgebreid met Mistika (ja zo heet zij echt) van het verhuurbureau en beiden zien we mij in dat flatje zitten. 'Jij hebt je naam mee', zeg ik tegen haar, 'en ik mijn intuïtie.'

Gelukkig heb ik al vele filmpjes op You Tube gezien van New Yorkers die hun piepkleine woonruimte (van een dollartje of 2500) vol trots laten zien. Ze ogen superblij. Toch produceren vooral de vrouwen lage gromgeluiden in hun stem aan het eind van elke zin. Ze moeten vast hun gronding diep verankeren met al die wolkenkrabbers en hoge verwachtingen om hen heen.

Energetisch woon ik er al, klein maar fijn. En wat een mooie gelegenheid om te minimaliseren en te ontspullen! Uiteraard moet ik nog wel de landing in de 3d werkelijkheid afwachten.Tot die tijd zal ik wat lager praten met een rauw randje aan het eind om de kosmische motor gaande te houden.

 

 

 

 

VERHAAL

Mijn spirituele kennissenkring bedient zich moeiteloos van woorden als ‘3d’, ‘5d’, ‘vortex’, ‘trillingsfrequentie’ en ‘de opgewaardeerde aarde’. Wij worden elke ochtend in onze eigen werkelijkheid wakker, net als meneer Trump, meneer Baudet en mijn buurvrouw.
Het is verbazingwekkend dat de lappendeken die ons (ver)bindt er nog is. De gaten zijn erin gevallen, de naden laten los en de kleuren zien er verwassen uit. De wereld is toe aan een doorstart van jewelste.

Ik ben er zó voor om nieuwe verhalen te gaan vertellen. James Wallman beschrijft in zijn boek ‘Time and how to spent it’ hoe het vertellen van verhalen enorme invloed heeft op de zingeving in ons leven. Verhalen verbinden, roepen empathie op en kunnen richting een gelukkige afloop leiden.

Diezelfde spirituele kennissenkring (inclusief mijzelve) heeft jarenlang ongeveer de volgende verhaallijn aangehouden: ‘ik ben heel druk in proces, laat een hoop pijnlijk verleden los en pas ook niet echt meer in de wereld zoals ie nu is’. Of iets concreter: 'Al die 3d-suckers, die voor macht en geld gaan, zitten fout en vallen ten prooi aan hun eigen lage allooi. Wij daarentegen zitten goed met onze hoge trillingsfrequentie en onze natuurlijke hang naar (onvoorwaardelijke) liefde’.

Tja, ik heb inmiddels vrede gesloten met 3d; vandaar een hele leuke baan in een museum. Tijdens het sollicitatiegesprek kon ik gewoon mijn multidimensionale zelf zijn. ‘Wat breng jij in een team?’ werd er gevraagd. ‘Ik breng licht’ zei ik naar (eigen) waarheid. Er werd niet eens met de ogen geknipperd.

Storytellers zijn heel erg in. Veel mensen motiveren anderen door te vertellen hoe zij tot iets gekomen zijn of welke idealen zij koesteren. Volgens Wallman zorgen spiegelneuronen ervoor dat wij verhalen van anderen echt meebeleven.
En, voor dat je het weet, komen er zo andere ervaringen, andere waarnemingen.

Wat weerhoudt ons dan om nieuwe verhalen te gaan vertellen die voorbij het voorstelbare gaan! 
Een vriend noemde mij kort geleden een 12d-storyteller. Ik voelde mij gevleid en uitgedaagd.

BINNENKORT VERWACHT: een ander verhaal over sterven...

 

 

RIJPDOM

Voor het eerst heb ik het meterslange grasveld gemaaid. Het steekt weer frisgroen af tegen het witte huis. De zin om te tuinieren is ontloken. De buurlammetjes blaten er flink op los. Ze kijken echt enorm schaapachtig. Ik leef in een idyllisch plaatje. Wat een rijkdom!

Een tijdje geleden reed ik door Leiden op weg naar mijn kleindochter en werd ik overvallen door een gevoel van diepe heimwee. Ik was er zelf verbaasd over. Huh, wat gebeurt er nou?! 
Graag wilde ik bedenken waar het over ging maar het gevoel was te intens. Alsof ik zegeltjes gespaard had en het boekje in één keer inleverde. Op de, door het wegstoppen, verfomfaaide kaft stond met grote letters: IK WIL NAAR HUIS!

In Leiden heb ik het langst gewoond. Ik heb er gestudeerd, gewerkt en de kinderen zijn er geboren. Dat zijn slechts vier zegeltjes. Daarmee komt het boekje nog niet vol. Mijn kinderen en kleinkind wonen daar. Dat is een flinke plakker erbij. Maar het ‘thuisgevoel’ is de grote (ver)volmaker. En zoals wel vaker zijn beslissingen van het hart niet te beredeneren.

De vraag is: hoe geraak ik daar? Ik wil mijn man niet wéér de verantwoordelijkheidskar laten trekken. Plus dat de stap van de provincie naar het heuse stadse een financieel onlogische is.
Al snel begon ik te verkondigen dat het kosmisch moest kloppen en dat het hier om een proces gaat. Maar dat zijn spirituele stoplappen. Daar spreekt niet bepaald persoonlijke betrokkenheid en initiatief uit. Bij gebrek aan duidelijke tekenen is de persoon alvast begonnen met duimen draaien. Maar dat doet zij al gauw als er vooruitgang op komst is.

Ik besluit een tarotkaartje te leggen en trek de Dwaas… 'Bij de Dwaas gaat het niet om weten maar om onbekommerd je pad lopen op het kompas van je intuïtie, de stem van je hart. Zo gek ben ik dus niet! Verder lees ik dat als je alleen maar onnozel wilt zijn en geen verantwoordelijkheid voor jezelf wilt nemen, dat tot verwarring leidt. In je eigen chaos wil je niet groeien, zit je lui te wachten op wat anderen doen en kom je nooit tot rijpdom.

De boodschap is meer dan helder. Een (eerst nog) onnozel gansje gaat licht-vaardig op pad, laat zich LEIDEN door haar hart, waagt de sprong en komt precies op tijd aan op haar bestemming.

 

 

DEEL-GENOOT

Terwijl ik met een vriendin zit te appen, ontstaat er in de antwoorden naar haar een theorie, een visie op hoe het voor ons trillingsgevoelige, spirituele en weerbarstige aardelingen op dit moment werkt. 
Nou ben ik van origine wetenschapsfilosoof en weet ik dat elke theorie beperkte houdbaarheid heeft. De wetenschap is namelijk de geschiedenis van de vergissingen. Pardon? Ja, echt! Ik heb drie kinderen. De oudste moest op haar buik slapen om wiegendood te voorkomen, de middelste op zijn rug en de jongste op zijn zij. Dat waren de adviezen voortkomend uit wakker wetenschappelijk onderzoek. Toen ooit uit onderzoek bleek dat ik als linkshandige tien jaar minder lang zou leven door vermeende onhandigheid, wist ik het wel: elke waarheid is tijdelijk en voortschrijdend inzicht haalt uiteindelijk alles en iedereen in.

 

Inmiddels weten we dankzij de kwantummechanica (en dat staat als een huis) dat wij mensen ons vooral als deeltje gedragen maar ook golf zijn. 
En sensitievelingen willen juist heel graag in die flow zijn - alles is immers energie en dus onophoudelijk in beweging - wij willen het liefst dat de zaken als vanzelf naar ons toe stromen, waardoor harde dobbers als geld verdienen en dingen op- en neerzetten niet al te veel moeite kosten. Leven op aarde is al zo traag en log! We vergeten dat we naast golf ook deeltje zijn. Toch ervaren we maar al te vaak dat we niet in de flow zijn. We komen na kortstondige successen terecht in onzekere twijfelaars, die niet echt geloven in kosmisch creëren. Dat is ons deel…


Na verloop van tijd krabbelen we weer op en proberen we het opnieuw, soms door ons overdreven aan te passen aan anderen of aan bestaande vormen. Dat belooft een waterballet maar is als een zwembad zonder water. We springen erin en komen hardhandig op de bodem terecht; au! Einde golf.

 

Dus de volgende keer dat ik uit de golf val, ga ik eens lekker op mezelf zijn, even los van verbindingen. Ik leun achterover, kijk met mildheid rond en bezin me op een mogelijke werkelijkheid. Dan word ik deelgenoot van mijn eigen leven. Genieten!

 

 

 

 

AFSCHEID

Zoveel soorten van verdriet, 
ik noem ze niet. 
Maar één, het afstand doen en scheiden. 
En niet het snijden doet zo'n pijn, 
maar het afgesneden zijn.
M. Vasalis

 

Onze naasten zijn de uitvaart van het neefje aan het voorbereiden. Wij verrichten hand- en-spandiensten. Moedig blijft een ieder overeind. Het organiseren geeft houvast. Het echte besef wordt erdoor verzacht en straks is daar nog alle tijd voor. De diepe verbinding met elkaar brengt veel licht in deze loodzware week.

Op allerlei mogelijke manieren komen mensen in aanraking met wat niet meer is in hun leven. Ingrijpende verliezen tekenen ons bestaan. We rouwen als antwoord op verlies. Rouw uit zich in emoties, gedachten en lichamelijke gewaarwordingen. 
Er wordt enorm veel geschreven over rouw. In onze verstandelijke maatschappij willen we blijkbaar rouw definiëren. Soms lijkt het alsof we rouw willen beteugelen door het beschrijven van de fasen, het gedrag en de voortgang.

De mensen, die een dierbare verloren hebben, kunnen er niet zo veel mee. Zij zijn op een pad geslingerd - hardhandig - en moeten doorlopen. Er blijken duizenden paden te zijn, alle uniek. Onze lieve familieleden zullen pas gaandeweg ontdekken hoe zij hun verlies dragen.

Ik heb een diepe bewondering voor de veerkracht die mensen tonen na het overlijden van een dierbare. Er komt een enorme kracht vrij die mensen doet voortgaan, ook al zijn er intense gevoelens en is er diepe pijn. Wij, aan de zijkant, kunnen niet bevroeden wat er in de ander omgaat en wat hem drijft.
Het enige dat we kunnen doen is liefdevol aanwezig zijn voor de ander. Er is geen remedie tegen rouw. Maar liefde helpt.

 

 

HARTZEER

Wij zitten op de dood van ons neefje te wachten. Zijn laatste dagen op aarde zijn aangebroken. Begin veertig is hij en opgegroeid met onze kinderen. Hij speelt samen met hen in de familieband, ooit in het leven geroepen voor een 25 jarig huwelijksfeest. Hun laatste repetitie was een maand geleden. Gisteren heeft hij zijn gitaar aan onze jongste zoon gegeven, die in alle opzichten ‘the leader of the band’ is.
Zijn lijf is gevuld met weefsel ondermijnende cellen. Afbraak doet pijn, erg pijn.

Dat wachten blijkt een actieve daad te zijn. In golven komen verdriet, ongeloof, woede en berusting voorbij. Het hart is als een bootje dat in deze woelige baren overeind moet blijven. Het dient zich over te geven aan al deze stromen terwijl het hoofd alsmaar ‘neen, driewerf neen!’ roept. Maar het hoofd is een slechte kapitein. De ziel is aan het roer en laveert kordaat een bepaalde kant op.

Een ieder onderzoekt opnieuw de relatie die hij heeft met de stervende. Het levert een broze familieopstelling op. Dacht je een vaste plek te hebben, blijkt dat - door het geschuifel van anderen - jij elders terecht komt. Ook onze altijd vlotte woordenschat wordt plots zorgvuldig gewogen. De zinnen blijken te zwaar, te licht of slaan plank na plank mis. Ineens staan wij nu met monden vol tanden.

Na de repetitie heb ik hem minutenlang vastgehouden. Ik voelde hoeveel licht hij al bij zich droeg. Nu begint hij aanstalten te maken om definitief uit te vliegen, ons vleugellam achterlatend. Maar ondanks ons diepe hartzeer moeten wij hem laten gaan. Hij verdient een nieuwe wereld: licht, vrij, moeiteloos.

 

 

 

Papa
En altijd is het zo geweest dat de liefde haar eigen diepte niet kent dan op het uur der scheiding.’ 
Kahlil Gibran

Mijn vader zou morgen 100 jaar geworden zijn. Hij viert zijn verjaardag echter al elf jaar in de hemel…
Op een dag krijgt hij een zwaar herseninfarct op de wc. Mijn moeder, dik in de tachtig, sleept hem naar zijn stoel in de kamer en belt een ambulance. In het ziekenhuis krijgt hij er nog een. Vanaf dat moment is hij niet meer aanspreekbaar. Zijn laatste woorden zijn gericht aan mijn moeder: “hoe kom je thuis?” Mijn vader heeft altijd duidelijk aangegeven dat hij geen kasplantje wil worden. Vooral niet omdat hij mijn moeder daar zo mee zou belasten.

We besluiten om de behandeling te stoppen, hem niet meer van eten en drinken te voorzien en spreken daarmee zijn doodvonnis uit. Dat is een afschuwelijke beslissing maar we weten wat hij wil.
Mijn vader heeft een sterk hart, een heel sterk hart. Het sterven zal lang gaan duren. Na een paar dagen besluiten wij hem geen seconde meer alleen te laten. We houden bij toerbeurten zijn hand vast en worden heel handig in het overpakken. Ook al praat hij niet meer, hij is nog wel hier aanwezig en bevindt zich tegelijkertijd ook in andere werkelijkheidslagen.

We delen de dagen op. Mijn zusjes waken overdag, mijn broer en ik doen de nachten. “Wie heeft deze indeling bedacht?”, vragen mijn broer en ik ons vertwijfeld af. Wij zijn nota bene de slaapkoppen van de familie!
Toch zijn de nachten met mijn vader heel bijzonder en intens. Niets verstoort de nabijheid in de nacht. Niets verstoort de enorme liefde die steeds meer in onze harten begint te stromen. Vooral het aanzien van het lijden van mijn vader drijft mij het gebied van diepe liefde in.

Mijn vader was een lieve en toch afstandelijke man. Ik voelde als kind al zijn kwetsbaarheid. Maar ik kon hem niet naderen. Dat liet hij niet toe. Alleen op het gebied van spiritualiteit konden we elkaar ontmoeten en waren wij gelijkgestemden.

De laatste dag van zijn aardse leven merk ik ’s ochtends vroeg dat zijn ziel uit zijn lichaam treedt. In de nacht word ik onrustig. De te gemakkelijke cryptogrammen, die ons vertroosten, leg ik opzij. Ik begin al aan mijn afscheidswoorden op papier. Plotseling weet ik dat het sterven spoedig zal plaatsvinden, ook al is dat aan het lichaam van mijn vader nog niet te zien.

We hebben, na drie nachten waken, een bed geregeld zodat wij af en toe een dutje kunnen doen. Mijn broer is net een half uur gaan liggen. Ik ren naar mijn broer maar die zit al rechtovereind in bed. ”Kom snel, papa gaat sterven”, roep ik. ”Ik voel allemaal vreemde tintelingen in en om mij heen”, zegt mijn broer, die sinds zijn seminarietijd een ongelovige Thomas is geworden. “Dat is papa, die komt je halen!”, antwoord ik.
Een kwartier later blaast mijn vader zijn laatste adem uit. Het is precies op dat moment dat ik aankom op mijn bestemming: de onvoorwaardelijke liefde voor mijn vader. Daar ben ik nooit meer weggegaan.
Ik heb mijn vader zo lief en hij is mij nog steeds nabij.

 

 

 

GRI(E)P

Soms laat ik alle ballen vallen. Dat is best lastig maar ik heb een leermeester aan huis: mijn lichaam. Het wijst mij de weg. Niet dat ik die ingreep nou altijd zo licht opvat. Tandenknarsend ontdek ik dat mijn lijf rust wil terwijl ik (lees: hoofd) nog wil jongleren.

Ooit was ik trainer in het bedrijfsleven. De trainingen gingen over hoe men zich bij de klant moest presenteren. Er zat nog heel veel nep in die trainingen. Ook het trainingsbureau, waarvan ik de enige werknemer was, functioneerde bepaald niet authentiek. Zo mocht ik niet met mijn eigen autootje (stokoude, mosgroene Opel Corsa) naar het werk komen. Dat zou het imago van het bedrijf bezoedelen. 
Op een dag reed ik mee met een van de gladde jongens (hij wreef zijn oldtimer doorgaans een aantal kilometers vóór de werkplek op), wenste hem een prettig weekend, sloeg het portier dicht terwijl mijn hoofd er nog tussen zat. Bebloed stond ik later in de tram. Niet lang daarna bleek ik overspannen, teveel hoofdbrekens gehad…

Tijdens de presentatietrainingen, werd het program verluchtigd met een cursus jongleren. 'Iedereen kan jongleren binnen een half uurtje' was het motto. En dat lukte inderdaad vaak. ‘Je kunt er ook jouw managementstijl aan aflezen’, zeiden de ludieke ballenjongens. 
Zou je bij ballen omhoog houden denken dat het om het vangen gaat, niets is minder waar. De kwaliteit van de gooi bepaalt het succes. Vooral de tweede bal is cruciaal. Je moet hem niet te snel na de eerste opgooien, ook al voel je blinde paniek voor de ophanden zijnde derde bal. Deze leidraad kan ik nu weer gebruiken. Na het maken en geven van de workshop (eerste bal), ben ik te snel doorgegaan naar de derde bal van de toekomst. Ik had mij beter kunnen richten op de kwaliteit van het hier en nu. Maar ach, ik leg mij erbij neer. Ik ken de aard van mijn beestje en doe er lief tegen.

Mijn echtgenoot rijdt weg in mijn auto. Zijn eigen voertuig heeft een kapotte koplamp. Later belt hij mij op. Door gladheid op de weg heeft hij een aanrijding gehad. De auto is enorm beschadigd (en misschien wel total loss). De grip was even helemaal weg met als gevolg een uitglijder van jewelste. Gelukkig is hij ongedeerd. Ik huil kort tranen met tuiten. Zelfs met kosmische uitleg is het niet te verteren dat een ander jouw auto in de prak rijdt. In het kader van ontspullen is het daarentegen weer een prachtig gebaar.

Ik nestel mij op de bank. Er valt niks te griepen, voortaan maar weer losjes grip houden, met kosmische opgooi. 
‘Love is the whole thing. We are only the pieces.’ Rumi

 

 

 

Hemelbestormers 
(verslagje van de workshop 'Sterven voor Springlevenden')

Daar zitten we dan, aspirant stervenden. Besteden anderen hun vrije zaterdag aan sporten, boodschappen doen of lummelen, wij houden ons (alhoewel springlevend) bezig met de naderende dood. Dat verbindt en geeft een open, warme sfeer. De stemming zit er gelijk goed in!

Het is een bijzonder gegeven dat mensen zich bezig willen houden met hun aardse eindigheid. Daar is ook moed voor nodig. Want het liefst schuiven we de dood voor ons uit, hopen we dat hij plots komt of in onze slaap naderbij sluipt. De dood is een ondergeschoven kindje geworden. 
Veel mensen voelen zich desondanks aangetrokken tot het mysterie van de dood. Zij weten deep down dat sterven een overgang is naar een veel groter bewustzijn en dat het loslaten van het lichaam nauwelijks een verstoring geeft op het niveau van bewustzijn.

De deelnemers van de workshop willen hemelbestormer worden. Zij willen onderzoeken welke aspecten van hun persoon en ziel zij nog niet ‘geleefd’ hebben. En ook zijn zij bereid te kijken naar hetgeen zij hier écht achter moeten laten als zij sterven.

De dag verloopt zoals ik had gehoopt. Er is verdieping, verdriet, humor, de trillingsfrequentie gaat flink omhoog en de deelnemers maken kennis met hun sterfproces.

Het ondergeschoven kindje wordt uit de lade onder de bedstee gevist, van alle kanten bekeken en gekoesterd. Het hoort erbij en geeft ons bestaan daardoor extra zin en levendigheid.
Er zullen meer workshops volgen!

 

Onzichtbaar

Er komt een fotootje binnen van mijn kleindochter met de tekst ‘Mila speelt verstoppertje’. Het meisje zit achter een kussen. Haar beentjes en kruintje steken uit, heel aandoenlijk. Zij denkt dat ze onzichtbaar is, verheugt zich op het moment dat zij achter het kussen vandaan komt en haar moeder blij verrast zal roepen: ‘o, ben je daar!’ Want wat is het heerlijk als je glorieuze rentree elke keer weer vreugde oproept.
Als kind besteedde ik vele gedachten aan de vraag of de objecten in mijn omgeving er ook nog zouden zijn als ik mijn ogen dicht had. Daaruit bleek al mijn vroegrijpe belangstelling voor de kwantumfysica en filosofie. Bovendien zag ik weer ‘dingen’ waar mijn ouders het nooit over hadden, of ze nou hun ogen open of dicht hadden. Wijselijk sprak ik er niet over.

 

Veel later kwam ik er steeds meer achter dat een ieder zijn eigen werkelijkheid heeft met eigen objecten (en obstakels) en dat het nog heel knap is dat wij per land of werelddeel de neuzen gedeeltelijk dezelfde kant op krijgen. Dat wordt overigens steeds moeilijker. Wie zijn zintuigen en zijn verstand gebruikt, ziet een hele andere realiteit dan degene die zijn hart volgt en intuïtie bij diezelfde zintuigen schaart  (dan gaat het niet om ‘of/of’ maar om ‘zowel/als’, want spirituele betweterij of geforceerd dualisme is het ergste wat er is).

De dichteres Merel Morre heeft een dichtbundel met de titel : ‘MET MIJN OGEN DICHT IK ALLES HEEL’. Ik zie het als een aanbeveling voor elke deelnemer aan de realiteit. Sluit je ogen, verbeeld je een schone wereld vol liefde, vrede, plezier en ongekende mogelijkheden. Doe dat regelmatig, ga erover spreken en schrijven. En dan zal zoetjesaan het onzichtbare zichtbaar worden. Blij verrast zullen we een nieuwe werkelijkheid aantreffen met een glorieuze rentree als (nieuwe) aardebewoner.

 

 

Eind goed, al goed

Alles zal altijd op zijn eind lopen, of we dat nu wel of niet willen. Soms snakken we ernaar, af en toe remmen we er vlak voor, vaker nog doen we alsof het einde helemaal niet bestaat.
De kerstdagen zijn weer voorbij. Het licht is geboren en de familie bedrijvigheid is tot rust gekomen. Het is zo heerlijk om de (volwassen) kinderen over de vloer te hebben! Mijn hart eindigt altijd wijd open.  Eerst moet ik wel door een aantal persoonlijkheidslagen klauteren. Tenslotte creëer je met zijn allen een familieopstelling waarin rollen wringen, veranderen of terzijde geschoven blijken.
Dienstbaar zijn aan harmonie gaat mij gemakkelijk af. Ik heb daar heel veel voor over. Maar mijn gezin bestaat uit drie jongens (echtgenoot meegerekend) en één meisje. En jongens varen wel bij een pikorde die elke keer weer opnieuw vastgesteld dient te worden.

Op kerstavond gaan we Risk spelen. Zelf had ik liever het woordenboekspel gedaan, waarin je betekenissen verzint bij woorden, uit de Van Dale, die niemand kent. Het is creatief en hilarisch. Ik verzin graag betekenissen als ’zeventiende-eeuws handbijbeltje’ of  ‘exotische fez’. Vooral de jongens trappen er niet meer in.
We gaan dus risken. Voor mij is dat járen geleden. Destijds had ik al geconcludeerd dat het spel bepaald niet harmonie bevorderend is en zeker niet bijdraagt aan de vrede op aard’.
Maar ja, je moederhart wil dat de jongens het leuk hebben…
Eerst moeten de spelregels even opnieuw bepaald worden want er blijken twee verschillende riskscholen aan tafel te zitten. Terwijl een ieder daar druk mee is, kijk ik naar de foeilelijke poppetjes. Ik heb mij voorgenomen om nou ook eens een gedreven vibe aan te brengen in mijn spelgedrag. Waar anderen getemperd moeten worden, mag de moeder wel eens wat olie op haar vuur gooien.
Het vaststellen van de regels duurt lang, erg lang. Mijn gedachten dwalen af naar klimaatakkoorden, vluchtelingenopvang en andere zaken die met woorden besloten moeten worden. Woorden zijn in onze wereld net over het paard getilde kinderen. Als we onze harten zouden laten spreken, was er al veel meer opgelost.

Eindelijk, we kunnen beginnen. Gelukkig heb ik een gemakkelijke opdracht (het blauwe leger vernietigen) want ik ben verstoken van enig strategisch inzicht. Door de niet al te hoge lat merk ik dat mijn voorgenomen winnersmentaliteit al enigszins tanende is.
De regels blijken  nog niet puntig genoeg te zijn en ook moet het aangaan van verdragen ter tafel gebracht worden. De jongens zijn er intens druk mee, de meisjes beginnen elkaar met betekenisvolle blikken aan te kijken. Ongelooflijk wat er allemaal besproken moet worden wil je een oorlog kunnen starten. De moed zou je toch in de schoenen zakken! Een gevoel van verveling bekruipt mij zachtjes. Ook kom ik in gewetensnood. Het blauwe leger is van het andere meisje. Vrouwen moeten elkaar steunen in deze tijd. Het bladgoud van een mogelijke lauwerkrans bladdert verder af.

Tegen de tijd dat ik voor het eerst met de dobbelstenen mag aanvallen, is mijn motivatie als een slappe dweil. Krachteloos probeer ik hoge ogen te gooien (in het woordje ‘proberen’ zit de mislukking al ingesloten, lees ik in Van Dale). Ik faal jammerlijk. Door toedoen van de fanatici om mij heen ben ik al heel snel de helft van mijn manschappen kwijt. De onderhandelingen - over God mag weten wat - gaan ondertussen onverminderd door. Ik begin mij murw te voelen. Dus start ik een heroïsch initiatief: ik blaas mijn eigen legers op met het doel van het toneel te verdwijnen. De risk speler, die ik even dacht te zijn, kijkt mij vol ongeloof aan.

Het jaar loopt ten einde, een nieuw begin lonkt. Ik kan weer oude verhalen achter mij laten. Daarbij (risk)eer ik een open eind, een open mind en een open hart. Eind goed, al goed; voor de ziel altijd.

Ik wens je een zielsgelukkig 2019!

 

 

Ruimte-lijk

Het is een regelmatig terugkerend verschijnsel. In mijn lichaam begint het te kolken, te zoemen en te bruisen. Dat geeft eerst een goed gevoel: ik zit boven op mijn ziel en ervaar de werkelijkheid als een zee van frequentiegolven. Maar dan begint er iets te ont-aarden (letterlijk). De trillingen zwellen aan en er ontstaat ruimte en licht. Daar zou ik blij mee moeten zijn want mijn persoon leeft nogal eens in te krappe ruimtes, veilig opgeborgen in het huis van bewaring.

Onverstoorbaar breidt de ruimte zich verder uit. Het licht wordt steeds feller - nou weet ik van de kwantumfysica  en dat ons lichaam voor 99,9999999 procent uit lege ruimte bestaat en dat materie gestold licht is - toch begint er een angstig stemmetje in mij te zeggen ‘ik voel me zó raar, ik zal toch niet ziek worden?’. Het is een kinderstem die ervaren heeft dat in de vorm blijven helemaal niet zo vanzelfsprekend is, ook al wil zij er nog zo graag bij horen. Gelukkig is er een grote zus die echt heel goed kan opletten. Ze trekt de vorm aan als een capuchon met (week gesabbelde) touwtjes totdat het zicht bijna ontnomen wordt.

Ondertussen ontstaat er een tweede verschijnsel. De vastigheid lijkt opgeslokt te worden door diezelfde ruimte. Het licht gaat serieus áán. Ik klamp mij vast aan mijn ruggengraat.
De grote zus trekt de touwen manhaftig aan en begint tegelijkertijd zinnetjes te prevelen over ziek worden, er niet bij kunnen zijn, veilig zijn. Als er niet meer gecontroleerd kan worden is stil liggen in bed voor haar de beste oplossing.
Maar ruimte en licht willen gekend worden. Het hoofd wordt van de romp gescheiden. De gedachten hebben geen houvast en drijven machteloos rond in open water. Ik heb er geen woorden meer voor.
Dan volgt de terugkeer. Ik plof in de materie en word weer mijn oude vertrouwde gestolde lichtlichaam.  Mijn spieren en botten beginnen te gloeien, de gedachten keren terug en ik voel de zwaarte van het stoffelijke lichaam. Ik word niet ziek, voel me slechts wat geradbraakt.

Mismoedig denk ik: ‘pfoe waarom moet dat elke keer zo overdreven ervaren worden?’
Ik weet gelijk het antwoord. Het is aanschouwelijk onderwijs. De bewegingen van uitbreiden en samentrekken worden inzichtelijk gemaakt. Zo kun je aan het eind van je leven je lichaam achterlaten: je kiest bewust voor de ruimte, het licht, de ultieme uitbreiding. Je doet je capuchon af, de hele jas uit en gaat naar je nieuwe bestemming.

 

 

 

 

 

 

Wees niet tevreden met verhalen,
hoe het gegaan is met anderen.
Open je eigen mythe. (Rumi)

 

Ik heb een lange traditie van erbij willen horen. Van kinds af aan wist ik al dat dat een hele moeilijke opgave zou zijn. Als meisje, met scherp waarnemingsvermogen, botste ik voortdurend tegen mijn eigen vrijheid op. De grenzen van de omgeving voelden lomp aan. Maar dolgraag wilde ik een braaf meisje zijn. Het leidde tot veel gedachten over hoe het hoort.
Als ik met de jongens op de kleuterschool riddertje speelde, hield ik goed in de gaten waar de juffrouw liep. Eenmaal bij haar in de buurt, veranderde mijn hoefgekletter in frivool meisjesgehuppel. Was juf uit het zicht, dan gaf ik mijn ros weer de sporen.

Van die ingehouden heelheid werd ik duizelig. Al mijn mogelijkheden zoemden nog als bijen in mijn hersentjes rond terwijl ik mij steeds nauw-gezetter begon te gedragen. Ondertussen werd er onderzocht of ik een hersenaandoening had. Er werd geconcludeerd dat ik een broos kind was met aanleg voor toevallen. Verheugd over de extra aandacht ging ik mij ernaar gedragen en voor alle zekerheid werd ik bang. Al het krachtige en prachtige ging mijn haastig gebouwde kelder in.
Kinderen willen hun ouders maar wat graag ter wille zijn en leveren daartoe vrijheid en gaven in. Ik hoorde erbij!

Lange, lange tijd ben ik daar onvermoeibaar in geweest. Het klopte desalniettemin nooit echt. Na een periode van ongebreideld enthousiasme en tweehonderd procent inzet vanwege vermeende samenwerking (en het liefst symbiose), kwam er nog wel eens een ijskoude sfinx uit de kelder naar boven. Bij tegenwerking of kritiek verliet zij geroutineerd het aanpasgebeuren, niemand meer een blik waardig keurende. Met zachte hand dreef zij mij de ivoren toren in waar ik geestelijk kon verblijven en waar ik (nog) niet voelde hoe eenzaam mij dat maakte. Dankzij de uitvaartperiode daalde ik behoedzaam de trappen af richting de aarde.

Aan toeval(len) ben ik nooit gaan lijden. Dat tekent de bewustzijnsweg. Het tijdloze regeert de tijdstippen. Vandaar dat de workshop 'Sterven voor Springlevenden' op de agenda staat.


Ik open mijn eigen mythe...

 

 

 

 

Ziel-ig

Het is niet te begrijpen hoe het woordje ‘ziel’ in deze betekenis terecht is gekomen.
Als er iets niet meelijwekkend is, dan is het wel de ziel. Zij is voortvarend, altijd in goed gezelschap en lichthartig. De persoon roept af en toe deernis op, niet de ziel.
Mensen die sterven vinden we zielig. Zij moeten iets doen waar wij enorm huiverig voor zijn, namelijk het leven op aarde loslaten. Dat is een sprong in het diepe die niet te controleren valt. En daar kunnen wij hier in het Westen niet zo goed mee omgaan.

Mijn moeder ligt in het ziekenhuis voor de zoveelste bloedtransfusie. Die pept haar tijdelijk op. Het element aarde is al fragiel aanwezig in haar maar ook het element water is aan zijn terugtocht begonnen.
Ik begin steeds meer gelijkenissen te zien tussen mijn kleindochter en mijn moeder. De een is nog niet zo lang uit de baarmoeder, de ander is op weg naar de kosmische baarmoeder. Beiden hebben een eigen wereldje, dat soms magisch is. Mijn moeder is nog zeer helder maar door haar lange staat van dienst (96 jaar) beginnen de gebeurtenissen uit het verleden in elkaar over te lopen. Zo duik ik, in haar beleving, als baby op in situaties lang vóór mijn geboorte en veranderen kinderen soms in zussen en vice versa.

Het ziekenhuisbezoekje is noodzakelijk geweest. Mijn moeder bleek erg uitgeput te zijn. Ze geeft zich graag over aan de 24/7 zorg van mijn lieve zusje. Aan de telefoon klinkt ze piepjong. Ze kan geen enkele spanning meer verdragen en voelt zich vooral veilig in bed. De warmte en koestering die zij daar voelt is de wegwijzer naar haar nieuwe werkelijkheid.

De oude vrouw kruipt steeds meer in haar cocon. Het jonge meisje wil het liefst zo min mogelijk in bed zijn. De wereld lonkt. Beiden zullen zich ontpoppen: de één tot een heus mensenkind, de ander tot een lichtdrager. Daar is niks zieligs aan.

 

 

 

 

Als de dood…

 

‘Vandaag is een goede dag om te sterven, want alle dingen zijn in mijn leven aanwezig’. (Indiaanse wijze Crazy Horse)

 

Onze maatschappij is gericht op léven: synoniem geworden voor bijzondere ervaringen opdoen, jong zijn (of ogen), succes hebben. De dood daarentegen is een ondergeschoven kindje. Pas bij ouderdom, een ernstige ziekte of een ongeval, laten we de dood schoorvoetend toe.
‘Ik ga het liefst dood in mijn slaap', zegt mijn moeder van 96 jaar. Ze heeft, door haar hoge leeftijd, een bijna nuchtere kijk op haar vergankelijkheid: Ze vult aan: ‘elke morgen zeg ik tegen mijzelf: ik ben er nog.’ En: ‘er staan er vast een hoop op mij te wachten boven.’
Toch wil zij het liefst de aarde stilletjes en onwetend verlaten.

Wilde men in andere eeuwen nog voorbereid zijn op de naderende dood, nu gaan we het liefst onbewust over en hevelen we de controle totaal over naar de medische wetenschap. Die moet er vooral voor zorgen dat verder lijden bespaard blijft.

 

En wat wil ik dan?
Hoe wil ik mijn aards verblijf beëindigen? Nou vooral bewust! Ik leef bewust en wil ook bewust sterven. Het zou heel fijn zijn als iemand mij zou helpen met de losse eindjes van mijn persoon terwijl ook mijn ziel alvast op weg geholpen wordt. De ziel laat immers de persoon het liefst zo heel mogelijk achter.

Zielenvroedvrouw (de nieuwe stervensbegeleider)
Het is heel gewoon dat zwangere vrouwen allerlei cursussen volgen met het oog op de naderende bevalling. Echter een cursus, die mensen voorbereidt op hun sterven, vind je niet zo gauw.


Een paar jaar geleden werd ik bij toeval stervensbegeleider. Ik was gezelschapsdame van een vrouw met een niet aangeboren hersenafwijking. De derde keer dat ik op bezoek kwam, lag ze ziek in bed. Zij zag er heel koortsig uit. Volstrekt helder pakte zij mij beet en zei: “Willeke ik trek de stekker eruit, ik wil hier niet meer zijn.”  Daarna zonk zij weg en voelde ik dat zij al begonnen was het buitenaardse aan te verkennen. Heel voorzichtig heb ik dit aan haar kinderen verteld.

Vanaf dat moment ging ik elke dag langs. Zij wist precies wat haar te doen stond, gaf me kordaat aanwijzingen hoe ik haar kon helpen dingen los te laten (ze kon veel sneller maar had een bijkomend doel: haar kinderen van de ‘doestand’ in de ‘zijnsstand’ brengen).
Zo liet zij de aarde los, herstelde ondertussen toch nog van een longontsteking en ging steeds vaker de hogere lagen bezoeken. Ik reisde geregeld met haar mee en werd haar woordvoerder.
Eenmaal ontdaan van veel ballast wilde ze ineens weer wat eten. Ik voelde dat ze nog één keer heerlijk in haar (opgeschoonde) lichaam wilde vertoeven. Kort daarna was zij niet meer aanspreekbaar maar toch nog zeer aanwezig. Een keer was ik deelgenoot van hoe zij haar dochters minutenlang vol onvoorwaardelijke liefde aankeek. Haar moederogen verlichtten alle harten aanwezig. Een paar dagen later ging zij, met slechts één morfinepleistertje, naar haar nieuwe wereld.

 

Ik koester deze ervaring. Er is toen een zaadje gepland. Na vele (vooral innerlijke) omzwervingen weet ik wat mij te doen staat: ik ga mensen helpen bewust te sterven. Daarnaast ga ik mensen leren hoe zij een zielenvroedvrouw kunnen worden.
En dan heb ik nog een droom. Als wij het sterven anders gaan waarnemen en andere verhalen gaan vertellen, dan zal er iets wezenlijks veranderen. De werkelijkheid zal zich zoetjesaan aanpassen aan deze nieuwe beelden en woorden.

 

 

 

Lust for life


Van mijn dochter krijg ik een appje met de tekst ‘Mila zegt ‘oma’ bij dit plaatje. Ik zie de gelijkenis.’
Ik zie de overeenkomst ook: de haren, de rode lippen, de handtas, de enkellaarsjes en vooral de enthousiaste uitstraling van het getekende figuurtje. Nou is het totaal niet moeilijk om bevlogen te zijn in de buurt van je kleindochter. Alles in haar roept dat op.
Als ik er een keer een nachtje slaap, rent ze  de volgende ochtend onchristelijk vroeg met haar korte beentjes naar haar speelgoed om de draad van gisteren weer op te pakken. Ze heeft dan een bootwerkersontbijt reeds achter de kiezen. Er wordt met een hooivorkje (gebruikt als grote mensenvork) geroerd in een bakje met duplosteentjes. ‘Roeren, roeren’, zegt ze stralend. Alle duplo-poppetjes krijgen een hapje. Ook de foeilelijke babypop die, als je haar uitkleedt, een gedrocht blijkt te zijn van plastic ledematen, die slordig aan een stoffen romp zijn geflanst.

Wanneer je zo’n zin hebt in het leven, probeer je het ook te pakken te krijgen met woorden. In ijzingwekkend tempo leert het meisje van nog geen anderhalf de taal, nou ja twee talen zelfs. Ze voelt de grote kracht hiervan. Vaak zie ik haar naar mijn mond kijken om er extra informatie uit te trekken. Elke dag vindt er een wonderbaarlijke woordenvermenigvuldiging plaats. Soms wordt er veelvuldig gestrooid met lekkere woorden als ‘ja’ en ‘ook’ (de ‘nee’ komt nog wel…).
Elk woordje zorgt ervoor dat de volwassene stil staat bij het object dat bedoeld wordt en roept een natuurlijke drang op om het woord zelf ook nog eens te noemen, het liefst een paar keer achter elkaar. Zo ontstaan er, in plaats van een woordenbrij (waaraan de wereld nog eens ten onder gaat)  wonderschone stoplappen, die zowel de spreker als luisteraar groot plezier verschaffen. En het leven wordt er ook in één klap aangenaam simpel van!

Ik ervaar het samenzijn met mijn kleindochter als een ode aan het leven zelf. En ik kan er het volgende van leren: ren er naar toe, kijk goed en geef het betekenis! Dan komt de vol-zin vanzelf.

 

 

 

 

DolFijn

 

Voor de tweede keer passen we op onze kleindochter van één jaar: de hoogontwikkelde ziel, omhuld door babylijfje, die het er weer eens op waagt in het aardse. 
Huilde zij de vorige keer nog tranen met tuiten bij het vertrek van haar moeder, nu wuift ze routineus en richt zich vervolgens op de nieuwelingen met grote attractiewaarde.


Voor de grootouders zijn álle activiteiten met haar leuk. De verbinding met dit kind is vanaf dag één al zo diep dat elke handeling daar een bevestiging van is. Bovendien is het dagelijks leven er voor de ouders. Wij oogsten alleen de toefjes op de taart. Dit alles genereert grote vreugde die ook een uitweg vindt in andere activiteiten. Terwijl opa voorleest, stofzuig ik blijmoedig het huis van de vermoeide jonge ouders.

 

Vanaf haar eerste verjaardag is zij ineens een peutertje gebleken. Ze imiteert, ziet de humor van dingen in en heeft soms een ernstig snoetje vanwege al het waarnemen dat ze doet. Om haar heen hangt voortdurend de energie "still processing". Met grote inzet geeft zij zoveel mogelijk stimuli een plekje in haar bewustzijn. Het is bewonderenswaardig en afmattend. 
Nou past slapen niet echt in haar straatje maar oma is doortastend, stopt haar tegenstribbelende lijfje in de slaapzak en klopt het ruggetje met hartritme. Ze verzet zich, ik leg haar weer neer en ga door met kloppen. Het duimpje gaat naar de mond, ze zoekt mijn hand en komt tot rust. Af en toe spartelt ze nog. Dan heft ze beide beentjes op en laat die vervolgens tegelijkertijd vallen. Het is net een dolfijntje dat zich krachtig naar de oppervlakte beweegt. Maar de droomwereld roept harder. Eerst moet er in diep water gedoken worden om straks weer verfrist naar boven te kunnen komen.


En tot die tijd lig ik hand in hand met mijn kleindochter. Wonderen spelen zich af op de vierkante centimeter. Daar zou de wereld een voorbeeld aan kunnen nemen.

 

 

Lichtgeraakt

 

Weifelend als niet vaak
eerder in mijn woorden
loop ik in kringen
om het licht heen.
Ik durf het niet,
aan de oevers van het licht,
ik durf het niet aan,
daar te gaan staan.


Hans Andreus


Dat had ik nou niet moeten doen; schrijven dat ik een brekebeentje ben (zie blog 'de kunst van het leven'). Mijn lichaam, dat weliswaar uit puur licht bestaat, heeft het te letterlijk genomen. Inmiddels loop ik rond als aangeschoten wild.
Al een tijdje kamp ik met beenklachten. Een pijnlijke knie werd een been vol vocht. Een been vol vocht werd een mank been en een mank been deed mij tranen met tuiten huilen van verdriet en opgekropte woede. 
Was ik net bezig een vlinder te worden, gooit iemand (God, de kosmos, ikzelf?) een plens water over mijn fragiele vleugeltjes! Hoe kan ik dan van goede wil blijven? 


Een niet goed functionerend lichaam is dé manier om mijn denkraderen dol te laten draaien. Ik pluis psychosomatische boeken minutieus uit, overvraag Tarot, consulteer heldere vriendinnen en ja hoor de boodschap is evident: ga van jezelf uit, niet van de structuren van anderen, ook niet van de nageaapte structuren van anderen (omdat jij je zo graag aanpast). Dat geeft alleen maar druk. De kramp van mijn leven zetelt momenteel in mijn been.
Ik weet hoe het zit, ik weet dat mijn fysieke lichaam de laatste schakel is in het creatieproces en toch doet het me wankelen. Teleurstelling is daarbij het sleutelwoord. Ik voel me in de steek gelaten door mijn eigen lichaam.

 

Als baby lag ik, met zes kruiken in een met kranten dichtgestopt wiegje, het koud te hebben (die kou is in de overgangsjaren glorieus omgezet in hitte maar dit terzijde). Later in mijn jeugd had ik er flink de pest in dat niet alles gelijk gemanifesteerd kon worden, dat daar tijd en doen voor nodig was. Bovendien zat mijn lichaam regelmatig in de weg. Dan werd het ziek, zwak of misselijk. Bij belangrijke gebeurtenissen lag ik nogal eens in bed. 
Onvergeeflijk vond ik dat. 
Ik ben blijkbaar op hoge poten op aarde gekomen: 'okeee, ik wil best in een wat krap en onhandig omhulsel vertoeven maar dan moet dat het wel (perfect) doen!'

 

En nu staat mijn lichaam al geruime tijd als een tolk voor dovemansoren te spreken, maar houd ik moedwillig mijn oren dicht, want ik ben nog héél druk met mijn beste beentje voor te zetten. Pas als ik op een middag een warm kruikje op mijn kuit leg en volschiet van het smeltende gevoel in mijn hart, komt de boodschap eindelijk over.
Kramp is niet gebaat bij hardheid. Het is zachtheid die kramp geneest. De zachtheid zegt: 'meisje, meisje, stop met (voor anderen) presteren, geef je over, denk mild en word blij.'

 

Laat ik vergeeflijk worden naar mijzelf  en 'overgeeflijk' richting het Goddelijke. Laat ik mijn licht-geraaktheid letterlijk gaan ervaren. De druppels op mijn vleugels zullen verdampen in het licht. De vrijheid lonkt en laat mij vliegen, hoger dan verwacht.

 

 

 

De kunst van het leven

 

Er is geen tijd te verliezen
Doe dus maar rustig aan

Merel Morre

 

Ben ik een kei in het tijdloze, in mensentijd ben ik een brekebeentje. Ik creëer handenwringend. Het is de vorm die mij tegenhoudt. Vaak gaat het als volgt: ik heb een idee, vervolgens maak ik aanstalten om daar iets mee te doen. Ik hoor bij wijze van spreken de stoomfluit al sissen maar nauwelijks vertrokken, komt het treintje schurend en piepend tot stilstand. Of zoals mijn man zegt: 'jij bouwt een houten boot en kort daarna stap jij als eerste met een doosje lucifers aan boord.'

 

Ik ben een prominente vertegenwoordiger van het spreekwoord 'de schepen achter zich verbranden'. Als ik mijn plannen begin te vertellen aan anderen, dan dooft ook langzamerhand het geestelijke vuur en wordt het idee of concept iets ver, héél ver weg van mij. Want ik weet niet hoe ik het zal aanpakken en de gewone mensenwerkwijze (vermarkten, neerzetten) schrikt mij af. Ik wil mij aanpassen aan hoe het hoort en tegelijkertijd slaat mij dat lam.
Dat heeft regelmatig tot een waakvlam-leventje geleid. Maar die tijd is nu voorbij. Dat vlammetje wil ik nu weer eens flink gaan aanwakkeren!

 

Een voorbeeldig transformatie-duo (afhankelijk van waar je staat op de tijdlijn) maalt er niet om: zowel de rups als de vlinder weet niet wanneer de omwenteling plaatsvindt. Zij leggen zich neer bij de kosmische timing. Ik heb besloten dat ook te doen. Zo voel ik mij nu een rups terwijl ik oefen in het hebben van vleugels. In plaats van passiviteit kies ik voor actieve overgave!

 

Afgelopen periode was ik heel druk met het nieuw leven inblazen van mijn praktijk en ik dacht echt dat het enkel en alleen daar om moest gaan.. Maar er ontstond ook iets anders in mij. Ik begon mij zo nu en dan een kunstenaar te voelen.
'Ik lijk wel gek', dacht ik. 'Noem één kunstig ding dat ik doe!' Maar het gevoel bleef zich opdringen.
Toch hield ik vast aan diezelfde vormen. Er kwam een open dag voor de praktijk. Ik kocht een tweedehands flipover voor de workshop 'ervaar je ziel' en zat op de dag zelf klaar met een spiritueel verantwoorde jurk. Alleen de buurvrouw kwam langs maar die kende haar ziel al door en door. De flipover speelde voor tabula rasa.

 

Hoe duidelijk moet de boodschap zijn?!
Gedreven gooide ik mij op een nieuw element in mijn therapie. Welke gevoelens wil je ervaren in je leven? Een inspirerend boek ploegde ik door om daar nou eens achter te komen met mezelf als proefpersoon. Natuurlijk wist ik dat diep van binnen al. Maar ja, ik was nog steeds met de vorm bezig en dat is de buitenkant, niet de binnenkant.

 

Nadat ik mijn dochter met haar 33 jarige verjaardag gefeliciteerd had (en bij dit getal noemen wij altijd nadrukkelijk de naam van Jezus), viel ik naar binnen.
Ik wil liefde ervaren, vreugde, moeiteloosheid en eigenzinnigheid!! Het witte vel papier ontving de koeienletters van harte. En kort daarna schreef ik zonder omhaal mijn project op:

 

human bodies exist of pure light


En zo is het. Ik heb een lange weg afgelegd van geest naar lichaam en blijk zowel rups als vlinder te zijn. De kunstenaar in mij kan rustig aan, schoorvoetend doch vol vreugde en eigengereidheid starten. Ondertussen zal mijn praktijk moeiteloos openbloeien, precies op (kosmische) tijd.
Ik houd je op de hoogte.


Een lichte groet,

Willeke

 


Rouw, een pad ontstaat door er op te lopen

 
Zoveel soorten van verdriet, 
ik noem ze niet. 
Maar één, het afstand doen en scheiden. 
En niet het snijden doet zo'n pijn, 
maar het afgesneden zijn.
M. Vasalis
 
Op allerlei mogelijke manieren komen we in aanraking met wat niet meer is in ons leven. Ingrijpende verliezen tekenen ons bestaan. We rouwen als antwoord op verlies. Rouw uit zich in emoties, gedachten en lichamelijke gewaarwordingen. Er wordt enorm veel geschreven over rouw. In onze verstandelijke maatschappij willen we blijkbaar rouw definiëren. Soms lijkt het alsof we rouw willen beteugelen door het beschrijven van de fasen, het gedrag en de voortgang.
De mensen, die een dierbare verloren hebben, kunnen er niet zo veel mee. Zij zijn op een pad geslingerd - hardhandig - en moeten doorlopen. Er blijken duizenden paden te zijn, alle uniek.
 
Zijn grote liefde is op haar 51e verjaardag, na een kort ziekbed, overleden. Zij was altijd al eigenzinnig. Haar sterfdatum is daar een uiting van. Hij zorgt ervoor dat iedereen afscheid van haar kan nemen. Op haar sterf-jaardag zingt het koor, waar ze jaren lid van was, liederen rondom haar lichaam. Hij schrijft boven aan de rouwkaart dat hij haar als zijn kompas beschouwt. En zo gaat het.
Omdat ik bevriend ben met haar en hem, volg ik hun pad. En wat blijkt? Zij snellen beiden voort!
Hij voelt zich enorm gesteund door haar. Er is pijn en vreugde. Drie maanden na haar overlijden vertelt hij mij dat er een nieuwe lief is. Hij is in staat om te rouwen én te bouwen.

Haar 57-jarige echtgenoot is plotseling niet meer wakker geworden. Er was geen aanleiding, geen waarschuwing. Het is een mokerslag. Alles in haar schreeuwt "nee!" Elke dag is een gevecht. Ze voelt de intense verwevenheid met hem. Iedere handeling en gedachte verwijst naar hem. Ze heeft het gevoel dat hij een groot deel van haar heeft meegenomen. De omgeving probeert uit te vinden hoe te reageren, maar het lijkt allemaal niet te passen.
Zijn definitieve afwezigheid  heeft een gat in haar geslagen. Zij stopt dit gat met draden van pijn. Toch zegt ze: "ik weet dat het uiteindelijk goed met mij komt."
 
Ik heb een diepe bewondering voor de veerkracht die mensen tonen na het overlijden van een dierbare. Er komt een enorme kracht vrij die mensen doet voortgaan, ook al zijn er intense gevoelens en is er diepe pijn. Wij, aan de zijkant, kunnen niet bevroeden wat er in de ander omgaat en wat hem drijft.
Het enige dat we kunnen doen is liefdevol aanwezig zijn voor de ander. Er is geen remedie tegen rouw. Maar liefde helpt.